Denk in functies, niet in spullen
Begin met vier functies: slapen, lopen, wassen, werken. Slapen: oordoppen en oogmasker. Lopen: ingelopen sneakers en pleisters. Wassen: solid bar en waszakje. Werken: lichte oplader en één kabel. Bouw je kleding als systeem: twee shirts, één broek, één trui, drie sets sokken/ondergoed—mix & match, neutrale tinten. Draag het zwaarste tijdens transit en stop lagen in je jas, niet in je tas.
Slim organiseren geeft rust
Gebruik twee stoffen zakjes: “schoon” en “was”. Een ziplock met mini’s vervangt halve badkamers. Eén multifunctioneel item (sarong/sjaal/handdoek) redt strand, picknick en kou. ’s Avonds was je in de wastafel; droog aan een elastiek tussen deurklinken. Zo blijft je tas compact en klaar voor spontane routes, eerdere bussen en onverwachte omwegen.
Souvenirs zonder kilo’s
Kies eetbaar of digitaal: een recept dat je overschrijft, een playlist uit café-shazams, foto’s die je ’s avonds direct curate. Mist er iets? Koop lokaal; beter voor klimaat, budget en passend bij het seizoen. Minimalisme is geen ontzegging, maar een licentie op soepel reizen.
Mentaal lichter is écht lichter
Minder keuzes = meer aandacht voor uitzichten en ontmoetingen. Start elke ochtend met water, sluit elke avond af met dezelfde mini-routine. Dat ritme geeft energie terug. De 7-kilo-challenge is geen spartaans project; het is prioriteren wat je dag rijk maakt. Je stopt niet méér in je tas—je stopt meer leven in je tijd ertussen.